In aanloop naar de verkiezingen voor het nieuwe Europees Parlement op 6 juni 2024 gaat Erik van Lith van GroentenFruit Huis in gesprek met kandidaten die meedoen aan de Europese Parlementsverkiezingen. Aan het woord is Sander Smit van de BBB.

Sander Smit (38) studeerde bestuurskunde (master Recht & Bestuur) aan de Universiteit Twente, eerder aan de KU Leuven (België), en is op dit moment werkzaam als relatiemanager en adviseur op het gebied van overheidsdeelneming, grondstoffen en energie.
Smit is geboren en getogen in Twente en was bestuurlijk actief in het verenigingsleven en politieke (jongeren)organisaties. Smit was raadslid in de gemeente Hof van Twente en gedurende 8,5 jaar in het Europees Parlement werkzaam als persoonlijk beleidsadviseur binnen de Nederlandse delegatie in de EVP-Fractie, met name op het gebied van land- en tuinbouw, plattelandsontwikkeling, milieu, klimaat, wildbeheer, visserij en internationale handel.
Hij schreef als co-redacteur de onderzoekspublicatie Stikstof. Van technocratische tunnelvisie naar realistisch rentmeesterschap (2022) van onafhankelijke kennisorganisatie De Nieuwe Denktank (DND), die afrekent met het nationale Nederlandse stikstofbeleid. Smit werd in maart 2024 door de leden van BBB tot lijsttrekker gekozen.
Wat is uw visie op de Europese Unie?
Als BBB staan we pal voor de Europese samenwerking. Juist voor een land als Nederland belangrijk, omdat we als Nederland een groot deel van onze welvaart verdienen op de interne markt van de Europese Unie. Die interne markt moeten we eens gaan voltooien. Tegelijkertijd zien we ook het belang van internationale handel. We willen trouw blijven aan de basis van de Unie en daar waar wet- en regelgeving is doorgeslagen, zoals bij de doorgeschoten Green Deal en het mislukte migratiebeleid. Deze willen we aanpakken om te voorkomen dat de sociaal-economische stabiliteit in Europa in gevaar komt en het draagvlak van de Europese Unie wordt ondermijnd.
Hoe kijkt u aan tegen de groente- en fruitsector?
We zijn trots op de groente- en fruitsector. Deze sector staat voor duurzaamheid en gezondheid. De groente- en fruitsector is een deel van een kwetsbaar weefsel van het agrifoodcomplex. Binnen dit complex zijn ondernemingen en instellingen, productie en innovatie, met elkaar verbonden; je kunt daar niet zomaar onderdelen tussenuit halen. Zonder productie geen innovatie, ook toelevering en logistiek zijn cruciaal. De Nederlandse groente- en fruitsector heeft ook de minste belasting ten aanzien van de milieuvoetafdruk per eenheid geproduceerd product. Dat leidt tot afgunst in de rest van Europa en hakken in het zand, waardoor protectionisme van individuele en grote landen op de loer ligt. Nederland is juist een voorbeeld om te volgen, maar we moeten in de EU waakzaam blijven. De Poolse landbouwcommissaris Wojciechowski (ECR) zit al jaren onterecht af te geven op onze Nederlandse efficiënte productie. Ergerlijk en gevaarlijk!
Wat heeft u bereikt en/of wilt u bereiken in het Europees parlement?
We willen herstel van belang van voedselzekerheid en belang van voedselproductie in Europa. Daarbij is samenwerking binnen het Europees Parlement cruciaal. Samen met andere fracties als die van de SGP en andere politieke partijen willen we de toekomstige positie van producentenorganisaties veiligstellen en versterken. Dat betekent dat we goed moeten blijven luisteren naar de Nederlandse vertegenwoordigers in Nederland en de Europese Unie. Dat is overigens niets nieuws voor mij: ik ben trots dat ik als beleidsmedewerker al vanuit de EVP-Fractie jarenlang heb mogen samenwerken voor de sectorale interventieprogramma’s waarvan Nederlandse productenorganisaties nu volop profiteren.
Hoe zou u de ondersteuning en bevordering van duurzame praktijken in de groente- en fruitsector willen aanpakken binnen het Europees parlement?
De BBB wil duurzame praktijken ondersteunen en bevorderen door een versnelde toelatingsprocedure voor nieuwe (groene) laagrisicomiddelen. Daar is brede politieke steun voor nodig, het duurt te lang: telers moeten een gevulde gereedschapskist voor gewasbescherming behouden. We willen als BBB dit ten uitvoering brengen. Daarnaast is stimuleren van de innovatiekracht onder andere ten aanzien van zaadveredeling en pootgoed van belang. Nieuwe genomische technieken moeten hiervoor zorgen en een voorstel hierover moet komende tijd door de EU-ministers worden goedgekeurd. Nieuwe Europarlementariërs moeten het akkoord daarna bekrachtigen. Daarbij dient het kwekersrecht geborgd te blijven, iets waarvoor ik me al lang heb ingezet. Anders lopen we achterop ten opzichte van derde landen buiten de EU.
Hoe ziet u de rol van de Europese Unie in het bevorderen van eerlijke handelspraktijken, zowel binnen Europa als in internationale handelsrelaties?
Voor het bevorderen van eerlijke handelspraktijken dient er sprake te zijn van een gelijk speelveld. Het is nu nog steeds ongelijk binnen Europa. Te veel nationale politiek is leidend op Europese dossiers, zodat er aanvullende nationale regels of extra kosten gelden. Vanuit het Europees Parlement moeten we erop toezien dat Europese wet- en regelgeving uniform tot uitvoering komt. Ten aanzien van internationale relaties zijn we voor meer handelsovereenkomsten maar wel onder de voorwaarde dat er gelijke standaarden worden afgesproken, niet alleen voor wat betreft volksgezondheid en productveiligheid; ook ten aanzien van condities van productie bijvoorbeeld het gebruik van hier verboden middelen. BBB wil ook af van stigmatisering van export: handel is geen vies woord. Export van landbouwproductie moeten we omarmen alleen al vanwege de toenemende vraag naar groenten en fruit. Dus moeten we niet meer meewerken aan productievermindering onder het mom van ‘verduurzaming’. Belangrijke voorwaarde daarbij is steeds wel dat we naar het verdienmodel en marktmacht van de telers, coöperaties en bredere sector blijven kijken.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met communicatie. Voor de andere interviews kunt u terecht op onze website of op het ledenportaal.